Bekkenbodemtherapie bestaat uit het aanleren van een goede controle over de bekkenbodemspieren. Je leert dus de spieren van de bekkenbodem te voelen en bewust te gebruiken. Deze therapie kan zowel bij mannen als bij vrouwen aangewend worden. Bekkenbodemtherapie – of pelvische reëducatie – kan aangewend worden bij volgende problematieken:

Urinaire problemen:

  • Inspanningsincontinentie: urineverlies bij sporten, springen, hoesten, lachen,…
  • Urne-incontinentie: plotselinge, dringende aandrang om te plassen die niet te stoppen is, ongewild urineverlies
  • Te veel of te weinig keer moeten gaan plassen op een dag (6 à 8 plasbeurten zijn normaal)
  • Frequente blaasontstekingen

Pijn:

  • Pijn ter hoogte van de bekkenbodemregio
  • Pijn bij betrekkingen

Stoelgangproblemen:

  • Constipatie
  • Stoelgangverlies

Het Bobath concept biedt een brede en evoluerende benadering in neurologische revalidatie na een hersenletsel in een volwassen of ontwikkelend brein. Door het motorisch leren te stimuleren wordt gestreefd naar het verbeteren van de motorische controle in specifieke contexten, waardoor de functionaliteit en participatie bevorderd wordt. Dit stimuleren van het motorisch leren gebeurt a.h.v. specifieke vaardigheden (handling/facilitaties). Het Bobath concept is ook gekend als “neuro-developmental treatment” (N.D.T.) en werd ontwikkeld door Bertha Bobath (fysiotherapeute) en dr. Karel Bobath (neuroloog).

Fitheid wordt opgebouwd uit verschillende componenten, waaronder uithouding, kracht en lenigheid. Aan deze aspecten wordt veel aandacht besteed omdat ze de basis vormen van fysieke revalidatie en een fit gevoel.

Binnen het LSVT Big concept staat de amplitudo van bewegingen centraal bij de ziekte van Parkinson. Op die manier wil men een verbetering van de amplitudo, snelheid, evenwicht en quality of Life (QOL) bekomen.

Dit concept behelst een aantal belangrijke principes die het leren van nieuwe motorische vaardigheden stimuleren, zoals een optimale instructie, de aanwezigheid van feedback (om te weten wat goed was en wat beter kan), het uitvoeren van veel herhalingen, het variëren van opdrachten, ….

P.N.F. (Proprioceptieve Neuromusculaire Facilitatie) is een wereldwijd bekend oefenconcept, dat werd uitgewerkt door Dr. H. Kabat, een Amerikaanse arts en neurofysioloog, in samenwerking met therapeute M. Knott (en later D. E. Voss). “Proprioceptief” duidt op het prikkelen van proprioceptoren (receptoren, die informatie geven over houding en beweging van het lichaam). “Neuromusculair” staat voor de betrokkenheid van spieren en zenuwen. “Facilitatie” betekent vergemakkelijken, eenvoudiger maken.

Het doel van de PNF-technieken is het functioneel bewegen te bevorderen door middel van faciliteren, inhiberen, versterken of door het ontspannen van spiergroepen. De onderliggende gedachte hierbij is dat ieder mens over een aantal latente motorische mogelijkheden beschikt die alleen via een intense, probleemgerichte en positieve totaalbenadering aan de oppervlakte komen. (Beckers, Buck et al. 1998).

In dit concept ligt de klemtoon op het stimuleren van de gevoelsreceptoren én het interpreteren van deze prikkels (stimuleren van de hersenfuncties).

PWR! verwijst naar de stichter van het concept (Parkinson Wellness Recovery), maar maakt ook heel duidelijk waar het om gaat: POWER. Vertaald betekent dit “vermogen”. Bij het vermogen speelt de snelheid een grote rol. Dit concept steunt op 4 peilers die gericht zijn op de basisproblematieken bij de ziekte van Parkinson: bewegen tegen de zwaartekracht (PWR!UP), oefenen van rotaties (PWR!TWIST), oefenen van verplaatsingen van het lichaamszwaartepunt (PWR!ROCK) én starten (PWR!STEP). 

Hierbij proberen we de werking van het evenwichtszintuig te stimuleren. Bij specifieke aandoeningen (bv. bij Benigne Paroxysmale Positionele Vertigo – BPPV) kan dit gebeuren door specifieke technieken (bv. het Dix-Hallpike manoeuvre). Bij meer algemene vormen van vestibulair lijden, maken we veelal gebruik van habituatietraining (hierbij brengen we de patiënt in die houdingen die de duizeligheid uitlokken, bv. bij het snel gaan neerliggen op bed of bij het draaien van het hoofd, het bewegen van de ogen, …).